Ajaccio en het achterland
Onze ervaringen in de regio rond de hoofdstad Ajaccio en de Golfe d’ Ajaccio. Deze regio loopt tot aan Bocognano het binnenland in. (T20) Het is een belangrijke regio voor Corsica, de hoofdstad met vliegveld, bedrijventerreinen en een grote haven. Veel toeristen willen toch wel een paar dagen in deze regio verblijven. Er zijn daarom ook veel hotels. De prachtige kustweg D111 naar Ile Sanguinaires is dan ook een topper.
Ajaccio lig dan ook heel centraal:
- Poort naar de prachtige noordelijke westkust met de Calanches en Scandola, en dorpjes als Cargèse.
- Poort naar het zuiden met Sartene, maar ook om de richting van Porto vecchio en Bonifacio op te zoeken.
- Natuurlijk ook de weg “over het midden” van het eiland. Via de col de Vizzavona naar Corte. De N193.
- Het “eigen achterland” met het gebied rond de Gorges du Prunelli
Aan de zuidkant van de baai vind je aardig wat campings.
Excursies en activiteiten:
De hoofdstad van Corsica: Ajaccio
Mooi hè, die bougainville….Dat vonden wij dan ook eigenlijk het mooiste van Ajaccio. Misschien kwamen we wel op het verkeerde tijdstip… (de markt was net afgelopen, het was dus rond het middaguur) Misschien liepen we op de verkeerde plekken, misschien was het wel te warm… ik weet het niet meer… het was in 1996…
Het grote plein Place de Gaulle ou du Diamant waar deze bankjes stonden, was vrijwel leeg toen we er waren. Wel werden we voortdurend herinnerd aan Napoleon die hier geboren is.
In onze vakantie van 2005 hebben Ajaccio vanuit de boot gezien op onze dagtocht van Propriano naar Scandola. We voeren toen tussen de eilanden door genaamd: Iles Sanguinaires, daar zijn we langs en tussendoor gevaren op onze boottocht naar Scandola. In de verte zagen we Ajaccio liggen…
In 2007 waren we opnieuw in Ajaccio. We brachten familieleden weg die met de veerboot zouden terugvaren. Wij zijn lekker naar een strandje geweest, aan de D111 heel druk maar gezellig en vervolgens ergens gaan eten. Toevallig was hier een ceremonie ter ere van Napoleon aan de gang op de Avenue Antoine Serafini of te wel Place Foch. Vielen we met ‘de neus in de boter’.
We hebben heerlijk in het Best Western Hotel geslapen om de volgende dag naar de andere kant te gaan. Want ook nu kon Ajaccio ons – in het hoogseizoen! – niet bekoren. Druk druk druk met heel veel auto’s….. het is echt een stad!
Ook in 2008 zijn we in Ajaccio geweest, we voeren nu zelf over naar Toulon. Ook nu zagen we diezelfde ceremonie ter ere van Napoleon. Voor ons een reden om ook even langs zijn geboortehuis te lopen.
We zijn nu meerdere keren in Ajaccio geweest en het heeft ons wat meer kunnen bekoren, we weten er nu een beetje de weg, maar het mooist vinden we toch de weg D111 langs de kust naar Iles Sanguinaires met mooie strandjes en restaurantjes. Alleen al daarom is het de moeite waard om Ajaccio vooral aan te doen!
Eilandengroep: Iles Sanguinaires
Deze eilanden kun je zien liggen vanaf een boot of vanaf de uiterste punt nabij Ajaccio. Deze uiterste punt kun je bereiken vanuit Ajaccio via de D111 en heet Pointe de la Parata, een graniet zwarte kaap. Dat kan met eigen vervoer, zoals auto en fiets, maar kan ook met de Petit Train die je vanaf Place Foch (Ajaccio) naar de punt brengt. Een mooie weg, met mooie uitzichten en populaire stranden met fijn zand, helder water en rotspartijen.
Op deze kaap kun je een rondwandelingetje maken, waarbij je de toren (Tour de la Parata) op kunt, maar ook vanuit diverse hoeken en hoogtes naar de eilanden groep kunt kijken met het typische vuurtorentje op het grootste eiland. Verder ook nog zichtbaar een oude Genuese toren (ruïne) en restanten van een lepra-ziekenhuis. De eilanden worden bevolkt door talloze vogelsoorten, zoals zilvermeeuwen en aalscholvers. De avondzon maakt de eilanden nog fotogenieker.
Tijdens onze boottocht van Propriano naar Scandola (en terug) voeren we 2 keer vlak langs de eilanden. Met dus 2 keer heel verschillend licht. Prachtig!
Schildpaddenfarm: A Cupulatta
Deze schildpaddenfarm bezochten wij ook pas in 2016 voor het eerst. We hadden het boek Beleef Corsica bij ons waar ook een foto van een schildpad in staat die op een camping op onze plaats van plan was eieren te gaan leggen. Of men wist wat voor soort het was. Pierre, de manager aldaar, moest er om lachen. Dat we nou juist die schildpad hadden uitgekozen voor het boek. Dit bleek namelijk een schildpad te zijn die hier niet van nature voorkomt en erger, nadat deze was geïmporteerd bleek z’n lievelingsmaaltijd de kinderen van de Corsicaanse schildpad te zijn.
Je begrijpt, de foto werd in de herdruk vervangen!
Deze farm is niet alleen een bezichtigingsplaats van allerlei soorten schildpadden, maar is tevens een belangrijke boerderij met betrekking tot fokprogramma’s. Diverse zeldzame geworden schildpadden worden hier gefokt en over de gehele wereld uitgezet. En dat maakt een bezoek dan direct waardevoller.
Er leven maar liefst 3000 dieren verdeeld over 160 soorten uit de hele wereld.
Deze “No1 schildpaddenfarm van Europa”, bevindt zich aan de T20 (N193) een kwartiertje van Ajaccio in Ucciani.
De foto’s zijn van A Cupulatta!
Gorges du Prunelli
“Als je overal stopt dan kom je nergens…..”
Deze kreet is hier geboren. We reden een ritje vanuit Propriano richting Ajaccio en dan op gegeven moment de D27 op richting Bastelica.
In eerste instantie gingen we op zoek naar de Gorges du Prunelli. Die waren er ook wel, maar het is daar ook dicht bebost en het ziet er dan weer heel anders uit, dan de gorges waar je heel het ravijn kan overzien. Desalniettemin ook erg mooi.
Overigens kwamen we hier via een supersmal hobbelig stenen/zandpad, waarbij in de Natuurgids Corsica stond dat je moest parkeren bij de dikke boom. Na diverse koeien en varkens van de weg af te hebben gebonjourd kwamen we bij een dikke boom. De echte dikke boom stond 100 meter verder. Behalve die koeien en varkens ook nog een ringslang van een kleine meter gezien.
Vervolgens gingen we via de noordkant van de Prunelli weer richting Ajaccio. Hier veranderde de Prunelli langzaam in een stuwmeer. Diverse inhammen in de weg om te stoppen. MAAR als we dus overal zouden stoppen…. hadden we dus daar nu nog rondgereden. (Hetgeen we niet zouden betreuren…… maar goed).
Bij de lekkere Corsicaanse koude rosé hebben we de stelling “als je overal stopt, kom je nergens” nog wat uit gemolken. De meest zinnige was: “als je nergens stopt, kom je overal.”
Slechts 3 items bespreken we op deze pagina. Is er niet meer te doen; is het dan de minst mooie regio van Corsica. Nee hoor, we hebben hier ook veel rondgereden en genoten van de diversiteit die Corsica en ook deze omgeving biedt. Typisch Corsicaanse weggetjes, watervallen, kleine dorpen, leuke eetgelegenheden, noem maar op!