Het hoge binnenland van Corsica
Onze ervaringen in het Centraal Corsica. Ingeklemd tussen de Balagne, Nebbio, de Castagniccia en het departement Corse-du-Sud. Ook wel Cortenais genoemd, met als bekendste plaatsen Corte en Ponte Leccia.
Het is lastig aan te geven wat nu precies bij Centraal Corsica “hoort”, vaak kom je vanuit de kust en trek je het binnenland in: waar is dan de grens… Zo is de Bavella bij Zuid Corsica beschreven, maar dat is dus heel arbitrair. Ghisoni, waar hoort dat bij en dan Col de Verde? Die staat weer bij de Oostkust.
Kortom, het binnenland is net zo groot als je wilt en voornamelijk bergachtig. Corsica wordt dan ook wel Berg in de Zee genoemd en als je in het centrale gedeelte van Corsica op een van de bergen staat kun je – als het niet te heiig is –de zee zien, vaak aan meerdere kanten. Maar behalve zee, kun je er ook sneeuw zien. In beperkte mate is de sneeuw zelfs “eeuwig”, maar in de wintermaanden heb je zelfs wintersportmogelijkheden (zoals bij Ghisoni).
Canyons, kloven, dalen, plateaus met groene pozzines, bergkammen en punten, bijzondere rotsformaties, bossen, wandelpaden, watervallen, steile en bochtige weggetjes, ruïnes, bruggetjes, ravijnen, hellingen, woeste natuur in alle geuren (letterlijk) en kleuren. Dus alle mogelijkheden om te wandelen, hiken, klimmen, via ferrata, trekkings en canyoningen of gewoon wat rondtoeren en foto’s maken, picknicken!
4×4 tocht en meer excursies:
Gorge d’Asco
Een paar km noordelijk van Ponte Leccia ligt de Asco. Deze kloof kan zich meten met de meest bekende kloof van Corsica de hieronder beschreven Restonica. Rijd je de smalle weg D147 helemaal uit (ruim 25 km), dan kun je verder te voet om de hoogste berg van Corsica te beklimmen. De Monte Cinto 2706 meter hoog of de nabij gelegen Punta Minuta 2556 meter.
Maar grote kans, dat je al eerder bent gestopt om al het moois te zien. Trouwens een tocht naar de Cinto vergt natuurlijk ook wel voorbereiding. Die doe je niet zo maar.
Bij de Genuese brug bij Asco is het heerlijk dobberen in het water., maar op meerdere plekken kan dat.
Als je in de winter aan het einde van de kloof komt kun je je ook vermaken in de sneeuw nabij het skistation!
Er zijn meerdere kleinere campingkjes aan de l’Asco. Wij vonden Camping Tizarrella een leuke stek!
Corte – hart van Centraal Corsica – Haute Corse
Corte, centraal gelegen, een kruispunt op Corsica, heeft een universiteit, museum en tevens een station. De trein brengt je of zuidelijker naar Ajaccio of noordelijk naar Bastia enerzijds of Calvi anderzijds.
Veel stadjes hebben een citadel, burcht of vesting, zoals Calvi en Bonifacio. Corte ook, en dus is hier sprake van een Haute Ville. Daar vind je de Place Paoli, genoemd naar de patriot Pascal Paoli, de held die Corsica in 1755 bevrijdde. Corte werd toen hoofdstad en kreeg een universiteit. Vlakbij Place Paoli is een ander plein genoemd naar de andere patriottische held: Jean-Pierre Gaffori. De status van hoofdstad is Corte weer kwijt. Het is nu Ajaccio.
Een bezoek aan dit centraal gelegen stadje is zeker de moeite waard. De huisjes, de beelden, de torentjes, het museum, de pleintjes, de uitzichten….
De natuur om Corte is fenomenaal: de hoge bergen en mooie kloven zoals de beroemde Restonicakloof met zijn vele watervalletjes. De bergmeertjes, waar je zelfs in de zomer nog wel restanten sneeuw kunt zien liggen. Corte is een zeer geschikte uitvalsbasis voor al dit moois.
Restonicakloof
Het eindpunt van de Restonicakloof ligt bij Corte. Ruim 15 km lang genieten, maar ook opletten, want de weg (D623) is er smal, heeel smal. Na 7 km (nabij camping Tuani) mag je zelfs met grotere auto’s, busjes en campers niet meer verder. Wel rijdt er een (gratis?) bus door de kloof: de chauffeur is het gewend daar te rijden en weet hoe te passeren.
Het water is helder, met vele kleine maar ook grotere watervallen, stroomt richting Corte en komt daar samen met de Tavignano en stroomt dan verder als Tavignano naar de oostkust, de forellen die nog niet gevangen zijn meenemend. Niet dat we die forellen hebben gezien hoor, maar volgens de reisgidsen wordt er in Corte veel forel uit de Restonica gegeten.
Lac Melo is het eerste meertje dat je tegenkomt op de tocht naar boven op zo’n 1710 meter hoogte. Lac Capitello ligt nog weer 200 meter hoger. In juli waren er de laatste resten van de sneeuw aan het wegsmelten, om vervolgens in de wintermaanden weer helemaal vol te sneeuwen.
Op de schitterend gelegen camping Tuani hebben we 5 nachten gestaan. Vroeg het bed in en vroeg er weer uit. Dat deed iedereen. Je komt er voor de wandelingen, beklimmingen, natuur. Heel “natuurlijk” was de koe, die een kwartiertje nadat we onder zeil waren gegaan, luid loeiend op nog geen halve meter van onze tent stond. O, ja dat is waar: vee loopt op Corsica vaak rond zonder hekken….. We schrokken ons een hoedje, maar hadden natuurlijk weer een leuk vakantieverhaal!
We zijn natuurlijk niet 1 keertje hier geweest. Ook Lac Capitello hebben we gezien, geheel anders van kleur: staal blauw in tegenstelling tot het groenige Lac Melo.
Lac Creno met waterlelies
Wie verwacht er nou waterlelies in een bergmeer….. ? De mensen die de plaatjes in de gidsen hebben bekeken of dit verhaaltje hebben gelezen dus wel. Eerst moet je via een zeer smal weggetje (D123) vanuit Soccia naar een parkeerplaatsje alwaar de wandeling bij een groot stalen kruis begint.
Na een stevige wandeling van ruim een uur kom je bij dit bergmeertje aan. En terwijl andere bergmeren worden omgeven door rotsen en kale grasvlakten (pozzines) , zijn hier dus bomen (Corsicaanse den) rond het meer, en riet en dus ook witte en roze waterlelies. Fascinerend.
Best wel een bezienswaardigheid en heel wat toeristen gaan het meertje bekijken. Het ligt op 1310 meter hoogte dus nog niet te vergelijken met de meertjes die wat betreft km hemelsbreed niet zo ver van Lac Creno liggen: Lac Melo (1711 m) en Capitellu (1930 m) Die liggen dus nog wat hoger.
Pont Génois d’Altiani
Regelmatig zijn wij het eiland overgestoken van Calvi naar Ghisonaccia. Via de T30 rijd je via Ile Rousse het binnenland in. Bij Ponte Leccia is de keuze dan via het noorden of via Corte de T20. Als je geluk hebt zie je de trein de tunneltjes door het gebergte nemen. De wegen zijn met behulp van EG-subsidies aanzienlijk verbeterd… hier en daar zie je nog restanten van de oude wegen.
Als je via Corte rijdt, dan moet je niet vergeten de rotonde bij binnenkomst direct rechts te gaan om vervolgens onder de weg door richting Aleria te rijden. De T50.
Net als alle wegen op Corsica is dit ook een mooie weg. Niet zo bijzonder als vele andere wegen kunnen zijn, maar op 1 plekje willen we graag even stoppen: Pont Génois d’Altiani. Onverwacht doemt er een bruggetje op over de Tavignano dat net zo smal is als een brede caravan. Aan de noordkant van deze brug is een parkeerplaatsje, uitstappen en dan…. via het struikgewas naar beneden om lekker te lunchen, te zwemmen, springen van de rotsen (of van de brug? (wij niet hoor!) en om even bij te komen….
We zijn op Corsica vele van dit soort Genuese bruggetjes, riviertjes en plekjes tegengekomen……. het is er heerlijk vertoeven.
NB. Echter in 2011 is naast deze oude brug een nieuwe brug gebouwd. Je kunt je best doen om foto’s te maken zonder dat je deze nieuwe brug ziet of juist met….
Pozzines / Pozzi’s
Wil je een betoverende wandeling maken? Bezoek dan eens een van de pozzines op een van de plateaus in de bergen. Nou ja, betoverend in die zin, de wandeling is normaal, dus mooi, maar als je dan op het plateau aankomt dan is het echt een betoverend landschap. Zeker als je het voor de eerste keer ziet. Er zijn meerdere plateaus op Corsica met deze prachtige pozzines. Vaak kun je er via 2 “ingangen” bereiken.
Ik zelf heb de pozzi’s nabij de Col de Verde bezocht vanaf kruispunt GR20 / D69 en dat was een wandeling van nou toch zeker 2,5 uur. Voor iedereen te doen, mits je bergschoenen draagt en voor mensen met zwakke knieën is een stok een must! De pozzi’s liggen op een plateau iets ten zuiden van de Monte Renoso. Starten dus op de Col (D69) en lopen langs de Bergerie en vervolgens de GR20 (wit/rode streepjescode) totdat je het bordje Pozzi’s tegenkomt en daar dan links het pad volgen.
Wat zijn nu eigenlijk pozzines. Het is een samentrekking van de Corsicaanse woorden pozzi (hetgeen ‘put’ betekent) en alpine. Deze putje met water zijn eigenlijk meer stroompjes en beekjes die ondergronds en bovengronds met elkaar verbonden zijn. Er zwemt vaak vis in. Kenmerkend zijn de groene weiden waar deze stroompjes liggen. Niet het malse sappige gras van de Hollandse weiden, maar stug zeer kort mooi groen gras, dat op een veerkrachtige en veenachtige bodem groeit. Op deze weiden grazen meestal, koeien, schapen en paarden.
De Pozzines du Plateau de Coscione zijn ontstaan in het meer van Coscione en geldt als een van de mooiste van Corsica. Ik ben er niet geweest. Maar als ik de kans krijg: het is korter lopen dan de pozzi’s waar ik ben geweest. Anderhalf uur vanaf D428 (parkeren bij Chapelle du San Petru)
De pozzines van Le Lac de Nino zullen wellicht dit meer ook een keer dicht krijgen. Hier is het zeker 3 uur wandelen alvorens in deze wondere wereld terecht te komen. (nabij de Col de Vergio vanaf de D84 bereikbaar)
Er zijn nog meer pozzines: bij veel meren kun je ze wel vinden. De meeste zijn echter niet zo indrukwekkend als de hierboven omschreven.
De T20
Een andere weg die wij regelmatig hebben genomen om van de ene kant naar de andere kant te gaan is de T20 (vroeger de N193) van Ajaccio naar Corte die over de “bergrug van Corsica” loopt. Prachtige weg. Prima te rijden, zelfs met grote caravan (beetje ervaring is dan wel prettig)
Je komt door dorpjes als Vivario, Venaco, Bocognano. Vele zijweggetjes leiden naar de mooiste plekjes, zoals de watervallen Cascade des Anglais, Cascade Voile de Mariée en Cascade de Meli. Maar ook veel bergtoppen zijn te bekijken en te beklimmen zoals de reuzen: Monte d’Oro en Monte Rotondo.
De T30 komt ook door het bos van Vizzavona met de passage: de Col de Vizzavona op 1163 meter, alwaar de Tour de France van 2013 haar hoogtepunt op Corsica beleeft. Letterlijk dus.