Onze ervaringen in het Noordelijkste punt van Corsica
Het gaat hier om de regio’s Cap Corse, rond Bastia en de Nebbio.
Cap Corse ook wel de vinger genoemd. Lieflijke dorpjes, bergachtig. Het gebied rond Patrimonio, het centrum op Corsica van de wijnen. De vruchtbaarste grond van Corsica die is over gegaan in een onvruchtbare woestijn: de Desert des Agriates. Met Bastia als drukke stad en haven. Met aan de andere kant van Col de Teghime het stadje Sant Florent.
Activiteiten en tochtjes:
Cap Corse
Rijden we links om of rijden we rechts om, c’est la question….
Wij reden dus links om. Via Bastia naar boven langs Nonza weer terug. Voordeel: de bijrijder zit langs de waterkant en heeft vrij uitzicht. De bestuurder kan makkelijk parkeren, omdat de kleine parkeerplekjes meestal aan de kant van het water zijn. Daardoor hoef je niet “links te parkeren”.
Prachtige tocht, kunnen niet anders zeggen. Vanuit de boot ziet het er erg onherbergzaam uit, maar het tegendeel is waar. Bossen, dorpjes, haventjes, strandjes, eilandjes, torens, baaitje… van alles…
Bij de Cap – het noordelijkste puntje – aangekomen kun je via de “gele” weg doorrijden, genietend van het uitzicht, maar dan ben je nog niet echt op de Capo geweest. Dus we reden ook de witte weg naar beneden, naar Barcaggio alwaar we een prachtig uitzicht hadden op Ile de la Giraglia met vuurtoren. Zittend en fotograferend op het prachtige lichtgroene gesteente met veel tafoni, genoten we van een verkoelend windje dat over zee ons bereikte.
Dan kom je natuurlijk niet onderuit om je afschuw uit te spreken over de windmolens die daar boven op de eerste bergpartijen staan te molenwieken. (Dachten de mensen vroeger over onze gewone molens misschien ook wel zo: landschapvervuilers, nu zijn het ook toeristische trekpleisters). Gelukkig was daar het Don Quichotte molentje: Moulin Mattei.
Via een prachtige kustweg reden we verder, langs het zwarte strand van Nonza, naar Patrimonio en dan weer terug voor een heerlijk roseetje op de camping Acqua Dolce in ST. Florent.
Nonza
Als je zegt Nonza, dan zeg je “Het Zwarte Strand”. Maar het is meer: Nonza is ook een leuk dorpje met een mooie toren en een kerkje. Iedereen die het “Rondje Cap Corse” doet, stapt hier even uit. Uiteraard kun je er ook een apart uitstapje van maken, zoals wij deden.
Je moet het gezien hebben… zo op foto’s zei het ons niet veel… wat we er van lazen… oké het zal wel…
maar het is inderdaad een vreemd gezicht, je kunt ook niet zeggen: wat een vies strand, het is anders, het is bijzonder…
Natuurlijk hebben we ook de foto’s gemaakt door het “Gat in de Rots” nabij de toren. Dit gat, ook wel tafoni genoemd, geeft een leuke dieptewerking van het strand dat vele 10-tallen meters lager ligt.
We zijn niet op het strand geweest, wel bij een kleine baai verderop, ook met die vreemde zwarte kiezels, steentjes en gruis.
Patrimonio hoofdstad van de Corsicaanse wijnen
Al voor je Patrimonio binnen komt zie je de eerste aankondiging: ‘Domaine de hupsakee‘. Je bent geneigd te stoppen bij de eerste de beste en enkele flesjes wijn in te slaan…. echter in elke bocht, hoek, zijweggetje en natuurlijk in de hoofdstraat is er wel één te vinden. Je bevindt je namelijk in het hart van één van de belangrijkste wijnstreken van Corsica, één van de eerste ‘Appelation de Corse‘ komt hiervandaan.
Patrimonio ligt nagenoeg op een kruispunt: naar het noorden ga je Cap Corse rond, het westen naar St. Florent, het oosten naar Bastia en het zuiden Oletta en Murato en de rest van het eiland.
In Patrimonio wordt het – op Corsica wereldberoemde – ‘Nuits de la Guitare‘ gehouden. Beroemdheden als Maceo Parker en Robert Plant traden er op in een vergrote graszitkuil die plaats bood aan zo’n 2000 man gedurende 5 dagen. Om te weten hoe dat er met licht en artiesten uitziet, raden we je aan om even op de site te kijken of: ga er zelf heen!
St. Florent
Tijdens onze Corsica-vakanties zijn we er al een paar keer doorheen gereden op weg naar andere bestemmingen. We zijn er ook verschillende keren halt gehouden. Het leek ons de ideale plek om van uit hier het noordelijkste deel te verkennen en lekker op het strand te genieten in de baai aldaar. Dan moesten we natuurlijk op zoek naar een camping. Die hebben we gevonden en als je wilt weten hoe dat ging en hoe het daar was, lees dan hier onze ervaringen.
Het doel: St. Flo als uitvalsbasis + strand is ruimschoots gehaald. De wijnroute, Nonza, St. Michele, Désert des Agriates, Patrimonio, uitzichten vanaf de Col de Teghime en natuurlijk het rondje Cap Corse: we hebben er een week mee gevuld.
St. Florent zelf heeft een citadel, een gezellig haven, waarop de 13 juillet (en dus niet de 14e) een prachtig vuurwerk losbarst.
Kortom, St. Flo moesten we even leren kennen, maar is zeker de moeite waard en als uitvalsbasis des te meer.
Woestenij van de Désert des Agriates
Hoe verschillend kan het landschap op Corsica zijn. Krijtrotsen in het zuiden, de rode rotsen nabij Ile’Rousse en Scandola. Groen/blauwe rotsen, gele rotsen, bossen met kastanjebomen of pijnbomen, brede grote stranden, kleine baaitjes en deze opsomming is nog lang niet compleet…..
Desert des Agriates heeft ook iets, vooral iets kaals maar toch ook weer anders, laag struikgewas (maquis) ruik je overal. Het maakt de weg van St. Florent naar de N1197 bijzonder. Vooral het laatste stuk is erg bochtig! Stap even uit op de Monte Lavezzo bij Bocca di Vezzo voor een mooi uitzicht over dit ruige terrein, wellicht zie je in de verte nog een hut die vroeger door een van de schaapherders werd gebruikt. Merkwaardig genoeg was dit stukje Corsica vroeger één van de vruchtbaarste stukken van het eiland.
Diverse kleine weggetjes waar je uitsluitend met terreinwagens kunt rijden leiden naar de kust. Hier bevinden zich de mooiste stranden van Corsica. Plage de Saleccia en Plage de Loto. Je kunt er ook met de boot naar toe vanuit St. Florent. Er is hier zelfs ook een kleine camping: Paradisu.
Stukken uit de film The Longest Day, met name dus de landing zijn op deze stranden gefilmd.
Kerkje San Michele – Murato
Je hebt van die toeristische trekpleisters waar iedereen toch even langs gaat als hij/zij in de buurt is. Gewoon een simpel kerkje. Het krijgt echter in de reisgidsen wel veel aandacht. Dus, je gaat er heen. Je maakt er foto’s van alle kanten en van details.
Je komt het kerkje tegen op een tochtje door het achterland van St. Florent. Oletta, Murato, Rapale. In in dit laatste dorpje zou ook een bijzonder kerkje staan. Vol goede moed gingen wij de bordjes achter na op een stevig stijgend bospad…. en ineens waren er geen bordjes meer…. en hebben dat kerkje van Rapale nooit gevonden….
Terug naar het kerkje van Murato. De groen/grijsachtige steen van het kerkje is bijzonder en ook de details. Het ligt er mooi en er worden nog steeds diensten gehouden.
Bastia
Havenstad met de 2 gezichten…..
Bijna alle keren dat we arriveerden of vertrokken deden we dat in Bastia. Dus aan de ene kant de havenstad waar we vol verlangen naar uitkeken, aan de andere kant de havenstad waar we vol melancholie afscheid namen.
Als je aankomt moet je via een trechter op de eerste rotonde de juiste afslag nemen. En dan natuurlijk de tunnels door (als daar geen camper in klem staat natuurlijk!). Vervolgens kom je op het lelijkste stukje Corsica terecht. De soms 2-baans T11 leidt je het drukke Bastia uit, met de vele reclameborden, lelijke gebouwen en stank. Vervolgens een stukje echte snelweg! Dan kom je op de bevrijdende kruising enerzijds de T10 naar het zuiden of anderzijds de T30 richting Ponte Lecci. Hier op deze kruising begint Corsica…. want direct komt de geur van de maquis je neus in. De bergen, het treintje, de bruggetjes…
Overigens is de T10 zeker niet de mooiste weg op Corsica. Bovendien word je gek van alle rotondes die elk jaar weer lijken te verdubbelen. Wel is het zo dat elke zijweg van de T10 binnen 5 km leidt naar een prachtig strand of naar enorme bergpartijen.
Overigens: opvallend! Elke dag komen hier de veerboten van Corsica Ferries, Moby Lines en Corsica Linea binnen… en dan toch moet er elke keer weer de loods van de kleine haven overstappen van zijn loodsbootje op de veerboot……
Vanuit Bastia hebben we ook weleens de binnenweg naar St-Florent genomen. Buitengewoon mooie, maar ook steile tocht, zeker als je verkeerd rijdt…..
Bastia is verder een druk stadje, met z’n pleinen en pleintjes, met daar natuurlijk ook zijn terrassen en terrasjes.