Kamperen in eigen land of in het buitenland? Dat vinden we helemaal zo bijzonder niet. Wel leuk! Er was echter een tijd dat het helemaal zo gewoon niet was en louter was weggelegd voor rijke jongemannen. Hoe het ooit begon.
De laptoptas 17 inch aan de kant, de kampeerspullen van zolder en daar gaan we. Richting de natuur, liefst naar een warm land, slapen in een tent. Kamperen is top! Daarom doen we dat jaarlijks met velen. Sommigen primitief, andere meer luxe. Het aantal mensen dat kiest voor de camping is nog altijd stijgende. Ook op Corsica zie je een ruim aanbod aan campings, maar liefst meer dan 200!
Terug naar de natuur
In de negentiende eeuw was ‘terug naar de natuur’ een nieuw fenomeen. In 1854 schreef de Amerikaanse schrijver en filosoof Henry David Thoreau het boek ‘Walden, or life in the woods’. Het boek gaat over zijn experiment om een tijd afgezonderd van de beschaafde wereld en de drukke samenleving te gaan leven. Hij wilde de natuur in. Hij ging kamperen. Wat dat was moest hij nog ontdekken en niemand had er ooit van gehoord.
Thoreau was uiteraard niet de enige die behoefte had aan rust en natuur. Steeds meer mensen kregen, ten gevolge van de industriële revolutie (fabrieken, het ontstaan van steden en nauwe behuizing) behoefte aan meer buiten zijn in de frisse lucht. Wandelen was letterlijk een eerste stap en al snel ontstonden er clubs die ‘de natuur’ promootten. In Nederland ontstonden onder meer de padvinderij en de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie.
Kamperen werd in Engeland bedacht
Het verschil tussen het plattelandsleven en het leven in de stad was in die tijd overigens groter dan ze nu is. Stadsmensen hadden nauwelijks weet van hoe de plattelanders leefden, en andersom. Het was dus een grote stap om de stad uit te gaan, en het platteland te ervaren.
Het kamperen werd in Engeland als eerste ontdekt. In Nederland begon het met Carl Denig die in 1912 de Nederlandse Toeristen Kampeer Club (NTKC) oprichtte. De leden waren overigens vooral rijke jongemannen, in het bezit van fiets en tent. De gewone burger kon dat zich niet permitteren.
Toenmalige lichtgewicht tent zou nu reuze zwaar zijn
Ook toen kamperen meer en meer gemeengoed werd, gingen mensen in eerste instantie met de fiets. Dat vroeg om nogal stevige fietsen waar bagage op meegenomen kon. Gelukkig was er iemand zo slim om lichtgewicht tentjes te maken. Eind negentiende eeuw ontwierp een Engelse kleermaker een tent die gemakkelijk te tillen was. In vergelijking met tegenwoordig overigens nog aan de zware kant, maar het was in ieder geval mogelijk om de tent op de fiets mee te nemen.
Pas toen mensen meer vrije tijd kregen, gingen ze om diezelfde reden als Thoreau in grotere getale de natuur in en overnachtten in een tent. Vanaf toen werden er alle mogelijke tenten ontwikkeld. Overal ontstonden kampeerterreinen, de eerste overigens in Vierhouten op de Veluwe, en soms stonden de tenten voor je klaar, hoefde je niets op te zetten. In de jaren vijftig werd kamperen enorm populair. De De Waard tent, stormvast, werd sinds 1970 een fenomeen.
In een oefenkamp kon je leren kamperen
De mensen op het platteland hadden het in het begin niet hoog op met al die stadse mensen die met hun tentjes kwamen. De ANWB, in die tijd ontstaan, zorgde er dan ook voor dat iedere kampeerder zich aan strenge regels moest houden. Er ontstonden zelfs oefenkampen waar je kon leren kamperen. Hoe zet je een tent op, hoe houd je je veldje netjes. Na een cursus van twee weken kreeg je een kampeerpaspoort. Dan was je professioneel kampeerder.
Pas in de jaren zeventig was het kampeerpaspoort verleden tijd, en had het kamperen al een enorme vlucht genomen. In 1920 telde Nederland twintigduizend kampeerders. Tegenwoordig zijn dat er bijna drie-en-een-half miljoen.
En mensen laten het tegenwoordig niet bij ons eigen land alleen. Corsica, Sardinië, of dichterbij België en Duitsland. Waar gaan we niet kamperen. Soms nemen we zelf de tent nog mee, in veel gevallen gaan we voor de tent die voor ons klaarstaat, voorzien van alle mogelijke gemakken. Of we kiezen voor chiquer kamperen, nemen gewoon onze Ted Baker tas mee en gaan voor Glamping.
Een ander kiest bewust voor een ‘gewone tent’, bungalowtent, boomhut, pipowagen, yurt of de tegenwoordig steeds populairdere ‘opblaas’-tent. Sommige mensen nemen de laptop mee om nog wat te werken of filmpjes te kijken want er is wifi op de camping, anderen gooien de laptoptas 15,6 inch direct aan de kant als de vakantie is aangebroken. Er is tegenwoordig heel veel mogelijk. Een ding blijft overeind: we blijven kamperen in de natuur. En waar kan dat beter dan op Corsica?
Deze blog is geschreven door een externe partner.